Week 29 - Eeuwig leven
Tijd en eeuwigheid werd met Jezus met elkaar verbonden.
Zijn leven toonde hoe, tot op de dag van vandaag, de Eeuwige gestalte krijgt in onze mensentijd. Ook in mij.
Ik zou kunnen vragen dat ik de kracht van de Eeuwige in mij mag voelen. Dat mijn leven de ruimte krijgt van een leven voorgoed.
Lied: Alleluia van Taizé
Het Alleluia jubelt, jubelt het van vreugde uit om het nieuwe leven dat na de verrijzenis is begonnen. Misschien wel een eeuwig leven? Een visioen van een toekomstbeeld dat mij kan bemoedigen, troost kan geven in barre tijden.
Misschien is er voor mij ook wel een nieuwe toekomst weggelegd. Op wat voor een manier dan ook. Ruimte voor iets nieuws, iets levengevends.
Probeer in dit visioen van Johannes mee te gaan, erin te stappen. Gewoon te aanvaarden als een geschenk.
Apokalyps 21,1-7
De nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en de zee bestond niet meer. Ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, vanuit God uit de hemel neerdalen, gereed als een bruid die zich voor haar man heeft getooid.
Een beeld van iets heel moois, iets ongerepts, een kostbaar geschenk. Kan ik mij ook iets voor de geest halen dat voor mij vergelijkbaar is? Misschien heb ik dit al gekregen, of kijk ik er naar uit? Wat zou mij ten deel mogen vallen?
Toen hoorde ik een luide stem, de vanaf de troon riep, “Dit is de tent van God bij de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen, en de dood zal niet meer bestaan; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij.”
Al het oude is voorbij. Verdriet, tranen en rouw zullen niet meer bestaan in dit toekomstbeeld. Zou ik ook in zo’n beeld van mijn eigen toekomst kunnen geloven? Of zou dit voor mij iets anders betekenen?
En Hij die op de troon zetelt, zei: “Zie, Ik maak alles nieuw.” Ik hoorde zeggen: “Schrijf de woorden op, ze zijn betrouwbaar en waar.” Toen zei Hij tegen mij: “Ze zijn vervuld! Ik ben de alfa en de omega, de oorsprong en het einde. Wie dorst heeft zal ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water dat leven geeft.” Wie overwint zal dit allemaal krijgen, en Ik zal God zijn, en hij mijn zoon.”
Zal ik Gods kind zijn?
In een visioen waarin alles nieuw is, alleen God het begin en einde is, mag ik mij toevertrouwen aan de Liefde die mij het leven geeft.
Lied: Alleluia van Taizé